HOOGWOUD - Mezen en vleermuizen zijn de natuurlijke vijanden van de beruchte eikenprocessierups - ook bekend als de jeukrups. Ieder jaar zorgt de rups voor overlast. De haren kunnen irritatie aan de luchtwegen en jeuk op de huid veroorzaken. Uit onderzoek van NH Nieuws blijkt, dat de meeste gemeenten kiezen om het probleem op een duurzame manier aan te pakken.
Vooralsnog lijkt West-Friesland gespaard te blijven en zijn er geen al te grote zorgen over de eikenprocessierups. Zo geven verschillende gemeenten aan nog geen of weinig nesten te hebben gevonden. In de gemeente Koggenland zijn zelfs nog helemaal geen processierupsen gesignaleerd. "Als het wel gebeurt, gaan we de bomen afsluiten met een lint en de situatie goed monitoren. Maar dat is nu nog niet nodig", vertelt de gemeente. In Medemblik zijn tot nu toe slechts drie nesten gevonden.
Toename
In Opmeer zijn ze dit jaar gestart om met vrijwilligers, nestkasten voor mezen en vleermuizen op te hangen. Daar zien ze juist dit jaar een toename van het aantal nesten. Alle zeventien zijn direct verwijderd. Met name waren er veel nesten rondom industrieterrein De Veken. "Op plekken waar veel mensen komen zoals bij het zwembad waar ook eiken staan, controleren we wekelijks", legt coördinator groenbeheer Harry van Langen van gemeente Opmeer uit.
Vrijwilliger en bioloog Theo Koelman is kartrekker van het project. Koelman: "De nestkastjes hebben al tweehonderd kleine meesjes voortgebracht en die zijn allemaal gevoed met de rupsen. De koolmees en pimpelmees zijn de natuurlijke vijand van de processierupsen. Ik geloof dat natuurlijke bestrijding altijd beter is om de natuur in balans te houden."
Meer vleermuizen
Als de processierups zich ontpopt wordt het een nachtvlinder. Theo:"En die heeft als natuurlijke vijand de vleermuis. We zijn ook gestart met het creëren van plekken voor de vleermuis, maar dat kwam door corona even op een laag pitje. We weten dat hier in de kerk wel vier of vijf soorten vleermuizen komen. Ik werk nu aan een plan dat ik bij de gemeente ga indienen waarin ik pleit voor gleuven in de kerktoren van 1,5 centimeter dik waardoor de vleermuis naar binnen kan."
Nestkasten
Het beleid ten opzichte van de rups verschilt per gemeente. Waar de ene gemeente zich sterk inzet voor natuurlijke bestrijding, kiezen andere gemeenten ook voor een bestrijdingsbedrijf.
Voor Opmeer, Medemblik en Hoorn geniet de natuurlijke bestrijdingsmanier de voorkeur.
"In Hoorn zijn er de afgelopen maanden ruim 500 nestkastjes verspreid door de gemeente. Deze zijn voor koolmeesjes en pimpelmeesjes. Inwoners hebben meegeholpen de kasten op te hangen", laat een woordvoerder van de gemeente Hoorn in een reactie weten. Hoorn had vorig jaar voor het eerste te kampen met de beruchte rups. "De opmars is niet tegen te gaan en we zien dat als een gegeven waarmee we moeten omgaan. De gemeente Hoorn is niet rijk aan eiken in de woonomgeving, dus we verwachten geen excessen zoals in Zuid- en Oost-Nederland."
Ook in Medemblik heeft het aantal vogelhuizen een vlucht genomen. "Via duurzaam Medemblik promoten we het plaatsen van vogelhuisjes om vogels aan te trekken die de rupsen opeten", laat een woordvoerder van de gemeente Medemblik weten.
Opzuigen
De gemeenten Drechterland, Stede Broec en Enkhuizen pakken de bestrijding meer planmatig aan. "Alle eiken worden gecontroleerd. De plekken waar de rups aanwezig is, markeren we met een rood-wit lint. De rupsennesten worden door een gespecialiseerd bedrijf weggezogen", vertelt een woordvoerder van de SED-gemeenten. Toch heeft ook de gemeente Stede Broec plannen voor biologische bestrijding. "Leerlingen van scholen hebben nestkastjes gemaakt voor de koolmezen en pimpelmezen. Naast het maken van nestkastjes is het project ook gericht op natuureducatie."
Vorig jaar luidde de belangenvereniging van groenbedrijven, Cumula Nederland, de noodklok omdat veel afvalbedrijven weigerden de zakken met rupsen en nesten te verbranden. Van Langen: "Dat is niet zozeer de aanleiding geweest om te kiezen voor natuurlijke vijanden. Wij zijn tegen het gebruik van gif. Wel moet je er met natuurlijke vijanden op tijd bij zijn en op verschillende wegen inzetten."
Het lastige van natuurlijke bestrijding is dat het effect pas later meetbaar is. Koelman: "Als we volgend jaar nou nog minder dan twaalf nesten zouden vinden, dan hebben we het goed gedaan."