ALKMAAR/STEDE BROEC - Het Openbaar Ministerie Noord-Holland (OM) eist tot 18 maanden jeugddetentie tegen twee minderjarige jongens uit Alkmaar en Stede Broec. Het OM verdenkt hen van het samen voor handen hebben, ombouwen en verkopen van ongeveer 75 vuurwapens. Een 46-jarige man uit Alkmaar, vader van één van de jongens, stond vandaag eveneens terecht, omdat hij volgens het OM behulpzaam was bij hun vuurwapenhandel. Tegen hem eiste de officier van justitie 12 maanden gevangenisstraf.

Undercover

Het onderzoek start in 2019 als de politie Noord-Holland ziet dat advertenties worden geplaatst voor de verkoop van omgebouwde vuurwapens in de omgeving van Alkmaar. Gedurende het opsporingsonderzoek wordt besloten de politie undercover contact te laten leggen met de verkopers voor een aankoop van wapens. In oktober 2019 vindt er een afspraak plaats en worden de 16- en 17-jarige verkopers aangehouden.

Werkwijze
Uit het politieonderzoek blijkt dat verdachten samen alarmpistolen uit Tsjechië aanschaften en deze zelf ombouwden tot echte vuurwapens. Ook fabriceerden ze zelf munitie. De omgebouwde vuurwapens hebben verdachten vervolgens te koop aangeboden en ook daadwerkelijk verkocht. Het politieonderzoek wijst tevens uit dat de garagebox, waar de vuurwapens omgebouwd en opgeslagen werden, van de vader van één van de jongens is. Het OM verwijt hem medeplichtigheid aan hun handel, door zijn garagebox willens en wetens ter beschikking te stellen en te bemiddelen tussen zijn zoon en een mogelijke klant.

Gewoonte
Ondanks de ernst van de feiten vindt de rechtbank dat alle verdachten het verloop van het onderzoek in vrijheid mogen afwachten. Maar dan blijkt in juli van dit jaar dat één van hen gewoon is door gegaan met de handel: de politie Oost-Nederland stuit in een onderzoek op een vuurwapen dat is aangeschaft om een conflict in het criminele circuit te beslechten. Een wapen dat is besteld bij deze verdachte. De officier ter zitting: ‘’Ook na zijn schorsing heeft verdachte zich weer schuldig gemaakt aan het verkopen van omgebouwde vuurwapens. Zijn aanpak is zelfs gewiekster door zelf meer uit beeld te blijven en de handel aan vrienden over te laten. Maar met zijn kennis en ervaring hoe de wapens moesten worden omgebouwd, was hij onmisbaar.’’ Door de herhaling, de omvang en de periode vindt het OM dat verdachte van het ombouwen en verhandelen van wapens en munitie een gewoonte heeft gemaakt, een juridisch zwaarder verwijt.

Ernst van de feiten
‘’Het gaat hier om zware criminaliteit, gepleegd door twee jongens van destijds 16 en 17 jaar. Maar het zijn bepaald geen minderjarige feiten: het op grote schaal, gedurende langere tijd ombouwen en verkopen van echte vuurwapens, die vervolgens in het criminele milieu circuleren. Elk wapen dat daar nog bij komt, is er één te veel’’, aldus de officier van justitie. ‘’Wapens zijn de normaalste zaak van de wereld voor deze verdachten. Een handeltje waar je geld mee verdient, maar waarbij het gevaar ervan (ook voor henzelf) compleet uit het oog is verloren.’’ Het OM acht het verder bijzonder ernstig dat de meerderjarige verdachte medeplichtig is aan de vuurwapenhandel door de twee jongens, en dat één van die minderjarigen zijn eigen zoon is. De officier ter zitting: ‘’Ik vind het zo kwalijk dat je je zoon bij dergelijke feiten helpt - en de wereld dus een stuk gevaarlijker laat maken, óók die van zijn zoon. Op geen enkele wijze is gebleken dat hij zijn zoon hiervan heeft proberen te weerhouden. Integendeel: hij zegt ‘doe het maar slim’. Als ouder ben je het grootste morele kompas van je kinderen, maar dat van verdachte zelf liet hem duidelijk in de steek.”

Strafeis
Het OM vindt een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf voor alle verdachten passend. ‘’Het belang om herhaling te voorkomen voor de samenleving is zeer groot. Ook is er het belang van afschrikkende werking, want wat voor signaal krijgen vrienden van verdachten, en anderen die er lucht van krijgen, als deze jongens na een paar weken weer buiten staan? Het maakt het niet onaantrekkelijker eraan mee te gaan doen – zoals ook is gebeurd.’’ Tegen de inmiddels 18-jarige verdachte uit Alkmaar eist de officier van justitie 18 maanden jeugddetentie, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De nu 17-jarige verdachte uit Stede Broec hoort een jeugddetentie van 12 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk tegen zich eisen. Tegen de 46-jarige man uit Alkmaar eist de officier 12 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast vordert de officier ontneming van het crimineel vermogen van de minderjarige verdachten, begroot op €10.000 en bijna €12.000. Dat is uitzonderlijk bij jeugdige verdachten, maar misdaad mag niet lonen, ongeacht leeftijd.

De rechtbank doet naar verwachting uitspraak op 26 november